Column geschreven voor Bitmagazine:
Afgelopen weekend heb ik voor de vierde keer een drukbezochte clinic georganiseerd van Andrew McLean in Nederland. Voor de aanwezige paardenliefhebbers was zaterdag een dag vol eye-openers. Deze gedragswetenschapper uit Australië weet namelijk op praktische wijze inzichtelijk te maken hoe je het paard effectiever en ethischer kan trainen, wanneer je begrijpt hoe hij denkt en leert. Op uiterst tactische wijze wees hij de ruiters op hun valkuilen.
Als leerling van Andrew ken ik zijn werk van haver tot gort. Toch kwam de grootste valkuil van de deelnemers, mij in alle eerlijkheid ook bekend voor. En die is dat we ons in het rijden vaak teveel focussen op de houding van het paard. In plaats van ons te richten op het trainen van het paard om op zo licht mogelijke hulpen te reageren leggen we de nadruk vaak op het aan de teugel rijden. Dat ziet er namelijk mooi uit en lijkt soms wel een graadmeter te zijn of iemand kan paardrijden. Helaas voor het paard resulteert dit vaak in het zogenaamde zagen of flossen. Een pijnlijke aangelegenheid.
Tijdens de clinic werden de ruiters allereerst ontdaan van hun sporen en werden de neusriemen veelal een gaatje losser gemaakt. Aan een lange teugel testte Andrew of de ruiters hun paard binnen twee passen een overgang naar voren of terug kon laten rijden. Doordat de overgang binnen een tijdspanne van twee passen moet plaats vinden kan je goed checken of je veel of weinig druk nodig hebt. Dit laat de kwaliteit van de hulpen zien. Andrew streefde ernaar de paarden lichter aan de been- of teugelhulpen te krijgen. Vaak zag je dat het paard vervolgens automatisch nageeflijk werd. Maar dat was niet zijn doel. De teugelhulp werd uitsluitend gebruikt om te sturen of om overgangen terug te rijden. Hierdoor is deze hulp veel duidelijker voor het paard dan wanneer deze ook voor het nageven wordt gebruikt. Tijdens de clinic bleven de bitten dan ook rustig in de gesloten monden van de paarden liggen, de ruiterhanden meebewegend of stil als het moest.
De ongedwongenheid waarmee een paard dat goed aan de hulpen staat kan bewegen vond ik prachtig om te zien. Wat ik eigenlijk nog het mooiste aan de clinic vond was om te zien dat de ruiters die deelnamen stuk voor stuk bereid waren om afscheid te nemen van hun oude gewoontes en de nieuwe aanpak omarmden. Een goede ruiter leert zijn hele leven.
Â